1. IN HET BOS DAAR STAAT EEN HUISJE 2. IN EEN KLEIN STATIONNETJE 3. TWEE HANDJES 4. HANDJES DRAAIEN 5. MUZIKANTJE 6. SCHEEPJES VAREN 7. HANSJE PANSJE KEVERTJE 8. KLEIN KLEIN KLEUTERTJE 9. ROODKAPJE 10. DAAR ZAT EEN AAPJE 11. WEL WAT ZEG JE? 12. EEN, TWEE, DRIE, VIER 13. KLEIN SOLDAATJE 14. PARAPLUUKE 15. KLAP EENS IN DE HANDJES 16. SLAAP, KINDJE SLAAP 17. IKKELTJE, KRAMIKKELTJE 18. 'K ZAG TWEE BEREN 19. TWEE VIOLEN EN EEN BAS 20. EN WE RIJEN NAAR DE STEE 21. MORIAANTJE 22. DE KLEINE MUIS 23. DE KIKKERTJES 24. TOEN ONZE MOP 25. KLOMPERTJE EN KATRIENTJE 26. EENDJES 27. MIEKE HOUD U VAST 28. DE POPPENSTOET 29. DAAR LIEP EEN OUDE VROUW OP STRAAT 30. TWEE EMMERTJES WATER HALEN 31. IN HOLLAND STAAT EEN HUIS 32. TUSSEN KEULEN EN PARIJS 33. DAAR WAS EEN VROUW 34. JAN DE MOSSELMAN 35. DAAR REED EEN BOER 36. HEB JE NIET GEZIEN 37. IN DE HEL 38. WIE Z'N HOED IS DIT? 39. A, B, C 40. KATER IN HET WATER GEVALLEN 41. PEPERBOLLEKE 42. SCHIPPER MAG IK OVERVAREN? 43. ONZE POES 44. JAN MIJNE MAN 45. BUITEN IN DE BIEZEN 46. PAPEGAAI IS ZIEK 47. EEN MEISJE DAT VAN SCHEVENINGEN KWAM 48. KATOOTJE